Belgisch-Duitse Conventie 2024:
Wat vind je van religie?
Crises en wegen naar de toekomst van de kerk
Dit was de titel van de Belgisch-Duitse Conventie van dit jaar, die plaatsvond van 20-23 augustus 2024 met 30 deelnemers in het klooster Frenswegen in Nordhorn. De Synodale Vereniging Grafschaft Bentheim van de Protestantse Hervormde Kerk is een van de drie oprichters van de Stichting Klooster Frenswegen, die dit jaar haar 50-jarig bestaan viert, samen met het district Grafschaft Bentheim en het vorstenhuis Bentheim-Steinfurt. Een actuele fototentoonstelling in de kloostergang geeft informatie over de bewogen geschiedenis van het klooster, dat oorspronkelijk in 1394 werd gesticht als augustijner kanunnikenklooster. Het klooster vond hier een conferentiecentrum binnen de oude kloostermuren en tegelijkertijd moderne faciliteiten voor haar bijeenkomsten. Geschiedenis en moderniteit worden ook gecombineerd in de kloosterkapel, die in 1996 werd gebouwd van glas en beton op de plattegrond van de oude verwoeste kloosterkerk en nog steeds een binnenmuur en elementen van het historische voorgangergebouw bevat. Het klooster kwam hier dagelijks bijeen voor de erediensten.
De bijzondere sfeer en geborgenheid van het klooster werd afgewisseld met een serieus onderwerp: De eerste spreker, Philipp Elhaus, wetenschappelijk adviseur bij het Instituut voor Sociale Wetenschap van de EKD, introduceerde de resultaten van het onderzoek naar kerklidmaatschap VI. De studie verwacht dat de huidige ledenaantallen halveren tegen het midden van de jaren 2040. Kijkend naar het beeld dat de media schetsen, is de eerste indruk dat de kerk op een ijsberg afstevent als een kerkschip in een storm. Bij de evaluatie van het onderzoek liet Elhaus een meer gedifferentieerd beeld zien van onder andere religieuze socialisatie en religiositeit in een overgangsfase. Elhaus wees op de drijvende ankers in de storm: De belijdenis, de ouders, vooral de moeder, en het godsdienstonderwijs op school blijven een grote rol spelen in hoe attitudes ten opzichte van religieuze kwesties zich ontwikkelen tijdens de kindertijd en adolescentie. Hervormingen, vrijwilligerswerk, sociaal contact via mensen en organisaties zijn andere blijvende mogelijkheden voor actie die de afnemende kerk toch naar buiten en naar binnen laten schijnen.
Dominee Jelle Brouwer, vicevoorzitter van de VPKB (Verenigde Protestantse Kerk in België) gaf een ontroerend inzicht in de huidige situatie van protestanten in België. Slechts 0,4% van de bevolking behoort tot hun kerk. Dat er op veel plaatsen nog kerken en voorgangers zijn, is te danken aan het feit dat de staat garant staat voor de financiering. Bij elke nieuwe verkiezing bestaat echter het risico dat de financiële steun afneemt. Het feit dat dit naast de verschillende religieuze gemeenschappen ook bijvoorbeeld humanisten zou treffen, heeft tot nu toe een zekere bescherming geboden. Er is echter een groeiende maatschappelijke vraag naar een meer algemene benadering van het leven in plaats van confessioneel religieus onderwijs en de situatie van de kerk wordt steeds meer gespannen. Gemeenten vergrijzen, het ledental daalt en steeds minder mensen houden het leven in de kleine gemeenten in stand. Predikanten worden belangrijker, maar hun aantal is ook beperkt. Anders dan in het verleden komt er geen nieuw bloed meer uit de buurlanden. Brouwers schat dat binnen afzienbare tijd het aantal vacatures voor predikanten in protestantse Belgische gemeenten zal oplopen tot ongeveer 50%. Naast het oprichten van huiskerken en pioniersprojecten zou het samenvoegen van gemeenten een oplossing kunnen zijn. Ook samenwerking op specifieke werkterreinen wordt overwogen. Vrijwillige voorgangers, kerkenraadsleden en predikanten krijgen een speciale training om gemeenten door langere vacante periodes heen te loodsen. Gezien de gespannen situatie blijft Brouwers er vertrouwen in hebben dat het kan lukken: “Misschien gaan we ook het priesterschap van alle gelovigen herontdekken en leren waarderen, zodat iedereen een stukje verantwoordelijkheid voor het geheel op zich kan nemen en de VPKB als een echte (”waarachtige”) protestantse kerk kan blijven functioneren.” Niet alleen aantallen zijn doorslaggevend, maar ook de moed om nieuwe wegen in te slaan: eenvoudiger, kleiner, gerichter en vol hoop.
Dr. Martina Steinkühler, hoofd van de afdeling Godsdienstonderwijs en Mediaopvoeding (Regionaal Kerkelijk Bureau Braunschweig-Wolfenbüttel), bracht veel bemoediging en inspiratie met haar workshop over “ Verhalende Kerk – een kerk met toekomst?”. Op een levendige en opwindende manier dompelde ze de conventie onder in het vertellen van Bijbelse verhalen en liet ze zien hoeveel ze helpen: Ze onderwijzen, amuseren en verrukken, troosten en ontroeren. Met onverwachte wendingen (“verwachtingen doorbreken”) eindigden de verhalen anders dan ze begonnen. “Het zijn de verhalen waarin niet alles van een leien dakje gaat die ons helpen om te leven.” Steinkühler fascineerde het publiek met haar verteltalent en ontroerde hen: En hoe ongelooflijk het is dat mensen vrij zijn, bijvoorbeeld na de Exodus.
De theologische perspectieven op hoop die Prof. Dr. Bert Roebben (Bonn en Leuven) presenteerde pasten hierbij, want “Als we niet over God praten, verdwijnt hij.” Hij wees erop dat leraren en leerlingen vandaag de dag in hetzelfde schuitje zitten. In deze tijden van crisis en onrust is er geen manier om aan de situatie te ontsnappen, maar godsdienstonderwijs biedt een kans om te leren in het bijzijn van anderen en in een beschermde ruimte.
Het hoofd van de onderwijsafdeling van de kerkdistricten Steinfurt-Cosfeld-Borken en Tecklenburg, pastor dr. Thorsten Jacobi, schetste de wettelijke basis voor godsdienstonderwijs, die is vastgelegd in de Duitse grondwet. Artikel 7 van de grondwet van de deelstaat NRW beschrijft onder andere de eerbied voor God als doel van het algemene onderwijs. Jacobi benadrukte dat het niet gaat om zending, maar om het bieden van een positie die leerlingen kunnen, maar niet hoeven, in te nemen. Immers, 77% van de leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs volgt godsdienstonderwijs, maar het draagvlak voor godsdienstonderwijs neemt af. Het komt steeds meer onder druk te staan om godsdienstonderwijs te rechtvaardigen. Het komt steeds meer onder druk te staan om zichzelf te rechtvaardigen.
Daarom is het des te belangrijker dat religie in de klas met alle zintuigen ontdekt en beoefend kan worden, bijvoorbeeld door een bezoek aan een kerk, door middel van riten en rituelen. Jacobi wil niet praten over religie, maar het uitproberen en ervaren, omdat godsdienstonderwijs vaak de eerste en enige diepgaande ontmoeting is met religie buiten het internet. Op deze manier draagt godsdienstonderwijs, net als vormselwerk, bij aan de toekomst van de kerk.
Dit jaar ging de excursie naar Bad Bentheim, waar de conventie het kasteel en de hervormde kerk bezocht. Pastor Heike Parschat en andere gemeenteleden verwelkomden de conventie in hun kerk (zie foto) en in de kerkruimte voor koffie met gebak en “Bentheimer Moppen”.
Aan het einde van de conferentie vierden de deelnemers een meertalige communiedienst in de kloosterkapel. Kerkvoorzitster Susanne Bei der Wieden (Evangelisch Gereformeerde Kerk, 2e van links op de foto) gebruikte de preektekst (Daniël 3, Lied van de drie mannen in de vurige oven) om mensen aan te moedigen op God te vertrouwen in crises, te volharden in geloof en liederen te zingen in het leven. De spannende, informatieve en bemoedigende conventie werd afgesloten met de traditionele groepsfoto.
De volgende Belgisch-Duitse conventie is gepland in Thüringen van 31 augustus tot 3 september 2025.
Pastor Bärbel Büssow, vertegenwoordiger van het kerkdistrict Aken voor het Euregiowerk